Villa Flandria

1 december 2013 - Luján, Argentinië

BasiliekVilla FlandriaMet FabianStraatAlgoselan FlandriaZwembad El TimonZaterdag aangekomen in het Aeroparque in Buenos Aires, de stadsluchthaven voor de binnenlandse vluchten. Auto gehuurd en meteen vertrokken naar Luján voor een rit van anderhalf uur. Het gps-tijdperk is hier in de huursector nog niet ingetreden, maar met wat uitleg en meerdere kaarten, Buenos Aires goed uitgeraakt en Luján goed gevonden (ik heb dan ook een uitstekende chauffeur mee). 

De stad Luján is bekend als bedevaartsoord met haar rozige basiliek 'nuestra señora de Luján' (patroonheilige van Argentinië) waar het teracottabeeldje 'Virgen de Lujàn' staat. Volgens de legende werd het beeldje gemaakt in 1630 in Brazilië en oorspronkelijk zou het gebracht (met os en kar) worden naar een plaatsje in Santiago del Estero. Na een rustdag vertrok de karavaan verder maar de ossen die het beeldje vervoerden, wilden niet verder, toen het beeldje zou worden verplaatst naar een andere kar, brak het span en het beeldje strandde. Het volk geloofde dat de Maagd op deze plaats wou blijven. En net op die plaats staat nu de basiliek, een trekpleister voor miljoenen gelovigen. Tijdens de mis lopen de gelovigen én toeristen binnen en buiten, maar de voorgangers doen ongestoord hun ding. Buiten prevelt een onderpastoor onder een afdakje elke vijf minuten een gebed en een zegening en strooit kwistig met wijwater over de gelovigen.

Voor de basiliek hadden we afgesproken met Fabian Poli. We volgden hem naar zijn dorp Jáuregui. Normaalgezien zouden we daar naar onze tweede match (en eerste thuiswedstrijd in het stadion Carlos V) van Flandria gaan kijken, maar helaas moet het team als straf twee thuiswedstrijden met gesloten deur op een andere plaats spelen, wegens recent voetbalgeweld.
Maar wat we in de plaats kregen, was meer dan we ooit hadden verwacht. We kregen een persoonlijke rondleiding in Villa Flandria, de voormalige Vlaamse textielfabriek. In de jaren '20 vestigde textielmagnaat Jules 'Don Julio' Steverlynck zich in Argentinië en richtte een katoenfabriekje op. In 1928 verhuisde hij naar de huidige locatie waar de Bask Jáuregui een waterkrachtcentrale aan de rivier Luján had gebouwd. 28 arbeiders gingen van start in de fabriek om op haar hoogtepunt zo'n 3000 mensen te werk te stellen.

Onze vriend Fabian, wiens grootvader uit Italië migreerde, vertelt trots hoe zijn hele familie in en voor de fabriek werkte. Zijn grootvader als aannemer (bouwde de eerste parochiale kerk San Luis Gonzaga, niet toevallig een Italiaanse/Lombardijnse heilige), zijn vader mechanieker en hij - als arbeiderszoon die de kans kreeg om verder te studeren - als arbeidsgeneesheer. De familie Steverlynck zorgde zeer goed voor haar werknemers, van de wieg tot aan het graf. Don Julio bouwde rond de steeds maar groter wordende fabriek een heus dorp met alle voor die tijd moderne infrastructuur: scholen, een voetbalclub, sportclubs, een openbaar zwembad, buurthuizen, nutsvoorzieningen... Het personeelsblad 'El Telar' bracht al het lokale nieuws en was de nieuwsbron bij uitstek in het dorp. Werkelijk ongelooflijk om te horen én vandaag te zien. Mevrouw Steverlynck was zeer geliefd, een dame uit de duizend, zij ging langs de pas bevallen vrouwen, bracht medicatie naar zieken, maar overleed in 1966 jammerlijk toen haar wagen werd meegesleurd door een trein op de overweg in het dorp. Duizenden mensen woonden haar begrafenis bij.

Aan de poort van de fabriek staat onze mooie Vlaamse Leeuw, niet alleen op de poort, ook op de deuren, straatnaambordjes, zelfs op de voetmatjes ('t deed deugd aan ons Vlaams hart). We werden door het industriepark geloodst door Carlos, een vriend van Fabian en verantwoordelijke bij Algoselan Flandria. De originele fabriek moest door de opkomende lageloonconcurrentie zijn deuren sluiten in 1994. In 2001 investeerde een -niet bekende- persoon (mysterie, gefluisterd wordt dat het een nazaat van Steverlynck zou zijn) in de fabriek en deze werd omgevormd tot een bedrijvenpark, met veel respect voor het verleden, waar vandaag zo'n 25 bedrijven en kleinere fabriekjes (vaak nog in de textielsector, maar ook in de chemie en voedingsmiddelen) in de gerestaureerde gebouwen actief zijn. We mochten een kijkje nemen in de authentieke marmeren inkom- en directiezaal, waar basreliefs hangen van San Martin en van de -toen nog- 9 Belgische provincies. We zagen de nog te restaureren lokkettenzaal waar de arbeiders hun loon ontvingen en bezochten het museum (de vroegere eetkantine), waar oorkondes, medailles, foto's, kunstwerken en andere herinneringen hangen. We zien de oude machines staan, de patronen en stoffen met typisch Vlaamse print die we nog in onze grootouders' huizen vaak aantreffen. Carlos schuift ons oude foto's en zelfs negatieven onder de ogen van oudstrijder ('14-'18) Don Julio in de loopgraven van  de IJzer. Hier ligt nog een onontgonnen archief.
We bezochten het oudste gedeelte van de fabriek, de muren nog in vaal geel en zwart, vaak onder water gezet door de nabije rivier. Maar we gingen ook een kijkje nemen in de volledig nieuwe fabriek waar vandaag zo'n 250 man werkt. De vroegere Picanolmachines werden ondertussen vervangen door luidruchtige Italiaanse en Japanse machines (de Italianen blijken echter minder betrouwbaar dan de Japanners). Het productietempo is verhonderdvoudigd tegenover de tijd van Jules Steverlynck. Algoselan Flandria maakt ook denim, 'tegen de stroom in' publiceren ze zelf op foldertjes: 'contra la corriente' en '100% Argentinos'!

We reden nog langs het 'pueblo nuevo', de sociale zetel van voetbalclub Flandria, tevens de voormalige cinemazaal en vandaag boogschutters- en danszaal, het zwembad en de omnisportclub, gegroeid uit de roei- en zwemvereniging 'El Timon' (het Roer). We sloten onze dag af met een drankje in Luján. Fabian bracht ons terug naar ons hotel en verraste ons nog met een shirt van Flandria, een paar boeken en folders, een origineel nummer van 'El Telar' en voor mij een matébeker. Emotioneel namen we afscheid, wat een dag, wat een verhaal, wat een ongelooflijk lieve, trouwe mensen. Fabian beweerde stellig dat Carlos en hij geen uitzonderingen waren. Zij hebben de Vlaamse Leeuw aangenomen als hún symbool en Fabian vatte het kernachtig samen: "De meesten van ons hebben geen Vlaams bloed, maar we hebben allemaal wel een Vlaams hart."

P.S. Foto's volgen later wanneer we een betere dataverbinding hebben 

7 Reacties

  1. Bart:
    2 december 2013
    Bende hooligans, ja :-).
    Misschien kunt ge daar uw fiets nog goed verkopen?
    En vanaf nu dus Argentijnse jeans voor jullie!
    Geniet nog van de laatste dagen!
    x
  2. Walter Maes:
    2 december 2013
    Jullie rondleiding door het verleden en heden van deze fabriek toont dat grote Vlamingen in het buitenland veel positieve verwezenlijkingen op hun conto mogen schrijven. Vlamingen zijn veel te bescheiden, vandaar dat wij hier geen weet hebben van deze verwezenlijkingen. Gelukkig kunnen wij dankzij jullie reisverslag deze positieve zaken vernemen. Wat betreft de Italderjaanse machines, het is algemeen geweten dat techniek en technologie niet hun sterkste kant is. Klinkt misschien niet leuk maar het is zo.
  3. Vava:
    2 december 2013
    Hola ! hola ! Italiaanse mekaniek nie goed? We hebben de laatste maand rondgetoerd in ne Fiat. Geen paniek , goeie mekaniek...
    Bedankt nog Ellen en Dimitri dat we de Fiat moesten laten bollen op tijd...
    Julio had ook nog tijd om 16 kinderen te hebben bij zijn Maria Alicia. Over zijn fanfare "Rerum Novarum" is een film gemaakt die ooit een award won.

    Hasta la vista.
  4. Hilde:
    2 december 2013
    Amai, geniet nog maar goed!
    De winter is bijna in het land:-(
    Tot binnenkort, h & Co. X
  5. Papa:
    3 december 2013
    Zal jullie verhalen missen, P.
  6. Koen:
    4 december 2013
    Dan hebben jullie een reden om nog een keer terug te keren voor een volgende thuiswedstrijd :-)
  7. Carlos:
    22 december 2013
    Excelente relato! Un gran placer haberlos recibido. Muchas gracias!